Leuk nieuws. De Nijmeegse Martijn Vermeulen, docent op het Pax Christi College in Beneden-Leeuwen, is gekozen tot geschiedenisleraar van het jaar. Een mooie prestatie van deze enthousiaste historicus, die volgens zijn leerlingen ‘moeilijke dingen makkelijk kan maken’.
Het schoolvak geschiedenis is in de loop der tijd enorm veranderd. In de negentiende eeuw kregen de kinderen via rijmpjes enkele hoofdmomenten uit de bijbelse en vaderlandse geschiedenis voorgeschoteld. In de twintigste eeuw werd de stof uitgebreid en ging de meester (ja, er stonden toen vooral mannen voor de klas) boekjes en historische prenten gebruiken.

Canonvensters van de geschiedenis van Nijmegen.

Canonvensters van de geschiedenis van Nijmegen.

De vaderlandse geschiedenis stond centraal maar de visie daarop kon sterk verschillen, afhankelijk van de religieuze kleur van de school. Bij het behandelen van de Tachtigjarige Oorlog bijvoorbeeld, vertelden katholieke onderwijzers over de martelaren van Gorkum: negentien priesters die in 1572 vermoord werden door protestantse watergeuzen. Op de gereformeerde scholen kwamen die martelaren niet voor. Daar leerden de kinderen over het lot van de protestantse Jan de Bakker die in 1525 als eerste wegens ketterij op de brandstapel belandde.
Lange tijd lag het accent in de geschiedenisles op het ‘stampen’ van feiten en jaartallen. Sommige mensen kunnen ze nóg opdreunen: 1600 slag bij Nieuwpoort. In de jaren zeventig stapte men van die methode af. Met als gevolg dat leerlingen het besef van chronologie kwijtraakten. Wie kwam er nu eerst, Napoleon of Willem van Oranje? Geen idee.
Om dat te verhelpen, wordt de geschiedenis tegenwoordig in tien tijdvakken verdeeld, zoals de tijd van ‘burgers en stoommachines’ of van ‘televisie en computers’. Het eerste tijdvak is de prehistorie, de tijd van ‘jagers en boeren’. Voor kinderen die opgroeien met supermarkten, snelwegen en smartphones is het bijna niet voor te stellen hoe mensen toen leefden.
Een goede geschiedenisleraar zoekt dan manieren om zo’n tijd toch dichterbij te brengen. Martijn Vermeulen zet zijn leerlingen ter afsluiting van een les over jagers en verzamelaars insecten voor, zodat ze eens kunnen proeven van het dieet van hun voorouders. De reacties? Best lekker eigenlijk. Al hadden sommigen liever een koe, waarvan ze elke dag een lapje biefstuk konden snijden. Maar ja, dat kon in de tijd van jagers en verzamelaars niet. Dat hebben ze dan wel geleerd.