Negen jaar geleden verscheen de Canon van Nederland. Die gaf in vijftig korte teksten een overzicht van de belangrijkste onderwerpen uit de Nederlandse geschiedenis. Hoewel, de belangrijkste? De canon leidde direct tot zure commentaren. Hij zou vooral de geschiedenis van de westelijke provincies bevatten, de rest van het land herkende zich er onvoldoende in.
Wie bepaalt eigenlijk wat de geschiedenis is, wat in de geschiedenisboeken komt te staan en wat we op school moeten leren? Doorgaans is dat de dominante groep in een samenleving: de overwinnaars, de welgestelden, de mannen. In het geval van Nederland, was het vooral het rijke en machtige Holland dat een stempel drukte op de gezamenlijke geschiedenis, met de Hollandse Gouden Eeuw als nationaal hoogtepunt.
Voor Gelderland lag dat anders. Tijdens de Gouden Eeuw fungeerde Gelderland als grensgewest van de Republiek, als bufferzone tegen vijandelijke invallen. Terwijl de Hollandse economie floreerde, kampte Gelderland met ontwrichtende oorlogen. Zoals in de tweede helft van de Tachtigjarige Oorlog, toen de Spaanse en Staatse troepen elkaar hier bleven bestrijden. En tijdens het Rampjaar 1672, toen de Fransen het land binnenvielen en Gelderse steden bezweken voor de overmacht. Nee, de Gelderse Gouden Eeuw was niet de zeventiende maar begin vijftiende eeuw, toen handel en kunsten in deze regio bloeiden.
Sinds enkele weken wordt het dominante Hollandse geschiedbeeld bij Omroep Gelderland aan de kaak gesteld door twee eigentijdse ‘ridders van Gelre’. Met zichtbaar plezier gaan zij op zoek naar het eigen verleden van de provincie, en naar de plekken waar dat verleden nu nog zichtbaar is. Terwijl andere historische programma’s hun best doen om onpartijdigheid uit te stralen, kiezen deze ‘ridders’ een onverbloemd chauvinistische invalshoek: wij Geldersen tegen die Hollanders, ons verhaal tegenover dat van hen. Door het zo uit te vergroten maken ze in elk geval duidelijk dat geschiedenis nooit helemaal waardenvrij is en dat er tegenover elk historisch verhaal een ander verhaal gezet kan worden.
En het aardige is, dat ze al doende allerlei Gelderse plekken voor het publiek ontsluiten. Vorige week was dat de Romeinse tempel in Elst, vanmorgen strijken ze neer in Museum Het Valkhof en volgende week in Graefenthal. Hou ze in de gaten, die Gelderse ‘ridders’.