In de loop van de geschiedenis moeten er duizenden veldslagen gevoerd zijn. De meeste daarvan zijn we al lang vergeten, maar sommige blijven in het collectieve geheugen hangen, bijvoorbeeld door het bijzondere verloop ervan of doordat ze een grote omwenteling teweeg brachten. Denk maar aan – kent u ze nog? – de Slag bij Marathon, de slag bij Hastings, de Slag bij Waterloo, of wat dichter bij huis de Slag op de Mookerhei.
Er zijn ook veldslagen die na eeuwen nog steeds de gemoederen in beweging kunnen brengen. Vooral als een nederlaag uit het verleden verbonden raakt met gevoelens van verongelijktheid en slachtofferschap. Dan kan bij een herdenking al snel de vlam in de pan slaan. Een kenmerkend voorbeeld zijn de Oranjemarsen in Noord-Ierland, die herinneren aan de overwinning van de protestantse Willem van Oranje (onze stadhouder Willem III) op zijn katholieke schoonvader Jacobus II van Engeland.
Vorige week bleek dat ook Waterloo nog stevige emoties kan oproepen. De Franse regering reageerde woedend op het Belgische initiatief om speciale herdenkingsmunten te slaan voor de tweehonderdste herdenking van de slag. Daarmee kiezen de Fransen wel een heel eigen perspectief op het verleden. Voor hun nationale trots is het verlies van Waterloo wellicht een pijnlijk feit waaraan ze liever niet herinnerd willen worden, maar ze vergeten voor het gemak dat de slag een einde maakte aan vele jaren van Franse overheersing en verwoestende Europese oorlogvoering.
Het einde van het Franse regime leidde alom tot vreugde. Ook in Nijmegen, waar de Fransen in 1794 nog als bevrijders verwelkomd waren. De mooie principes van vrijheid, gelijkheid en broederschap waren in de praktijk heel anders uitgepakt, vooral na de inlijving van de stad bij het Franse keizerrijk in 1810. Nijmegen kreeg te maken met verlies van autonomie, inkwartiering van duizenden vreemde soldaten, economische achteruitgang en gedwongen inlijving van jonge mannen in het leger van Napoleon. De opluchting was groot toen de Fransen eindelijk uit de stad vertrokken. In heel Nederland ging tot 1940 zelfs jaarlijks de vlag uit om ‘Waterloodag’ te vieren.
De Belgen willen geen ruzie met hun zuiderburen en zien af van verspreiding van de herdenkingsmunt. Maar een feestje bij de tweehonderdste herdenking laten ze zich toch niet ontgaan. Jaarlijks wordt in Waterloo de slag nagespeeld, maar ditmaal gebeurt dat grootser dan ooit. Door de muntenrel zijn de Belgen in elk geval verzekerd van extra aandacht voor dat spektakel.