Gelderland en Overijssel gaan fuseren. Althans, als het aan Ronald Plasterk ligt. De minister van Binnenlandse Zaken wil dat er op termijn zeven provincies overblijven. Daarmee lijkt hij terug te keren naar de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Alhoewel Noord-Brabant en Limburg destijds geen zelfstandige provincies waren, terwijl ze nu juist gehandhaafd zullen blijven. Als reden daarvoor geeft de minister dat deze provincies door hun sterke eigen identiteit de meeste weerstand hebben tegen samengaan met een andere provincie.

Geschiedenis lijkt in de overweging van de minister geen grote rol te spelen. Anders zou hij eeuwenoude territoriale indelingen niet zomaar van de kaart vegen. Want het verhaal van Gelderland begint al in de twaalfde eeuw toen de graafschappen Gelre en Zutphen in één hand kwamen, waarna het gebied in de veertiende eeuw tot hertogdom werd verheven. Nu moet gezegd worden dat de grenzen van Gelderland in de loop der eeuwen wel vaker gewijzigd zijn. Zo verloor het hertogdom tijdens de Tachtigjarige Oorlog een van zijn vier kwartieren: het deels in Duitsland en deels in Limburg gelegen Overkwartier, met Roermond als hoofdstad. Aan het eind van de achttiende eeuw gingen de grenzen zelfs volledig op de schop. Een revolutionaire Bataafse regering voegde het stroomgebied van de Rijn samen met Utrecht, terwijl alles ten zuiden van de Waal, waaronder Nijmegen, moest fuseren met oostelijk Brabant. Lang duurde die toestand overigens niet. Met de vorming van het Koninkrijk der Nederlanden in 1814 werden de oude provinciegrenzen weer snel hersteld. Net als het koninkrijk viert daarom ook de provincie Gelderland dit jaar zijn tweehonderdjarig bestaan.

Wat vinden de Geldersen zelf van het idee om hun provincie op te heffen? De meningen zijn verdeeld. Volgens een peiling van De Gelderlander is driekwart tegen. Maar op discussiefora wordt ook hartstochtelijk gepleit vóór opheffing. Of voor splitsing op basis van de regio’s Achterhoek, Veluwe en Betuwe – vroegere kwartieren van Gelre – waarbij de regio Nijmegen opnieuw naar Brabant zou gaan. Toch blijkt er, wellicht voor Plasterk onverwacht, ook heel wat provinciaal chauvinisme te bestaan. Zo schrijft een zekere Annemieke: “niet om het een of het ander maar Gelderland is de grootste mooiste provincie van Nederland dus never nooit niet fuseren”. Kennelijk stroomt hier onder de oppervlakte toch een duidelijk ‘Gelderlandgevoel’. Wie weet zal over enkele decennia blijken dat het fusieplan van de minister aan dat gevoel een heel nieuwe impuls heeft gegeven.