U hebt het misschien al gemerkt: het is Karel de Grote jaar. Twaalfhonderd jaar geleden overleed de beroemde keizer en dat wordt op allerlei manieren herdacht. Onder meer met drie prachtige tentoonstellingen in Aken (tot 21 september). Daarin zien we Karel de Grote in verschillende rollen: als veroveraar, als christen, als staatsman, als bevorderaar van kunsten en wetenschap, en – niet te vergeten – als ‘vader’ van een verenigd Europa. Maar wat heeft de huidige Europese Unie nog met het rijk van Karel de Grote te maken?

Beeld van keizer Karel de Grote door Albert Termote op het Keizer Karelplein.

Beeld van keizer Karel de Grote door Albert Termote op het Keizer Karelplein.

Er zijn veel manieren om naar de EU te kijken. Van motor voor welvaart tot geldverslindend bureaucratisch monster – en alles daar tussenin. Onze perceptie verandert bovendien naar gelang de omstandigheden. Op dit moment lijken de vragen ‘wat hebben we er concreet aan’ en ‘hoeveel last hebben we ervan’ de boventoon te voeren. De oprichters van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal, voorloper van de EU, hadden in 1951 echter een specifiek doel voor ogen. Door nauwere economische relaties aan te knopen wilden ze voorkomen dat Europa opnieuw het toneel zou worden van de bloedige oorlogen die het continent zo vaak geplaagd hadden. Sommige van die oorlogen waren begonnen met een nadrukkelijke verwijzing naar Karel de Grote, zo blijkt uit een tentoonstelling in het Belgische Ename. Agressors als Napoleon Bonaparte en Adolf Hitler grepen terug op het keizerrijk dat zij in ere wilde herstellen, met zichzelf in de rol van keizer uiteraard.

Maar het ging Keizer Karel destijds helemaal niet om de stichting van een permanente Europese staat. Nadat een groot deel van het continent – met het nodige geweld – onder zijn heerschappij was gebracht, beschouwde hij het als zijn persoonlijk bezit. Zoals destijds gebruikelijk moest dat worden doorgegeven aan zijn mannelijke erfgenamen. Dat leidde er uiteindelijk toe dat het keizerrijk werd verdeeld in een oostelijk, een westelijk en een middenrijk. De vorsten van die rijken, kleinzoons van Karel, bonden vervolgens met elkaar de strijd aan om hun eigen territorium te vergroten. Daarmee gaven ze de aanzet voor eeuwenlange conflicten tussen Europese landen, met name Duitsland en Frankrijk. Niet alleen een verenigd Europa, ook een strijdend Europa is dus in zekere zin een erfenis van Karel. Dat die strijd de afgelopen zeventig jaar niet opnieuw oplaaide, is iets om te koesteren en te waarderen.

Tot eind oktober zijn er ook in Keizerstad Nijmegen nog diverse activiteiten in het kader van het Karel de Grotejaar. Ze staan vermeld op www.kareldegrotenijmegen.nl.