De zomer is gearriveerd en Nederland maakt zich op voor de vakantie. Volgens voorspellingen kunnen we dit jaar 3,2 miljoen buitenlandse toeristen verwachten, en gaan ook nog eens 4,5 miljoen Nederlanders vakantie vieren in eigen land. Gelderland deelt vanouds aardig mee in die bezoekersstroom. Ook de regio Arnhem-Nijmegen kent een lange toeristische traditie. Al aan het eind van de 19e eeuw werden hier de eerste VVV’s opgericht.

Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem

Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem

Dit voorjaar deden geschiedenisstudenten een onderzoek naar de manier waarop Arnhem en Nijmegen in de jaren vijftig en zestig bezoekers probeerden te trekken. Het was de begintijd van het massatoerisme: de welvaart steeg, de mobiliteit nam toe en arbeiders kregen meer vrije dagen. Een dagtochtje of vakantieweekje kwam voor steeds meer mensen binnen bereik. En waarom dan niet naar Arnhem of Nijmegen?

Beide steden waren echter zwaar beschadigd uit de oorlog gekomen. Wat hadden ze aan potentiële toeristen te bieden? Arnhem zette vooral in op het imago van moderne stad, met brede straten en eigentijdse winkels, gelegen in een groene omgeving waar de vermoeide randstedeling rust en verkwikking kon vinden. Nijmegen zocht het in een combinatie van oud en nieuw. In de folders benadrukte de stad zowel haar rijke verleden – soms met plaatjes van vóór de oorlog – als haar eigentijdse karakter. Beide steden gebruikten het oorlogsverleden wanneer het zo uitkwam als toeristisch pluspunt. Vooral in Engelstalige brochures wezen ze op de nabijheid van indrukwekkende oorlogsbegraafplaatsen.

Arnhem bleek het meest succesvol in het aantrekken van toeristen. De Arnhemse VVV beschikte over grotere budgetten en had met het Openluchtmuseum, Burgers Dierenpark en de Hoge Veluwe sterke troeven in handen. Nijmegen moest het meer van evenementen hebben. Vooral de Vierdaagse was een publiekstrekker – ook toen al.

Het viel de studenten op dat de steden allebei wel naar hun aantrekkelijke omgeving verwezen, maar nadrukkelijk niet naar elkaar. Ze mikten grotendeels op hetzelfde publiek en beschouwden elkaar als concurrenten. Die concurrentie bestaat vandaag de dag nog steeds, maar de regio Arnhem-Nijmegen presenteert zich inmiddels wel via één toeristische website. Dat is winst, want er valt op die manier veel te kiezen. Niet alleen voor bezoekers, maar ook voor bewoners van de regio. Wie deze zomer dicht bij huis blijft, vindt er tips voor wekenlang vermaak – in de eigen stad, of bij de buren. Een fijne vakantie gewenst!